Titel: Het Diner

Auteur: Herman Koch

Uitgegeven: 2009

Pagina's: 300

Oorspronkelijke taal: Nederlands

Genre: Psychologische Roman

 

 

Samenvatting:

Het boek gaat zoals de titel al doet vermoeden over een diner. 

Het diner begint normaal maar Paul moet naar het toilet. Als hij terugkomt zit Babette met tranen in haar ogen. Ze loopt naar de deur en Claire achtervolgt haar terwijl Paul en Serge hun hoofdgerecht opeten. Voor Paul heeft het lang genoeg geduurd en hij gaat op zoek naar zijn vrouw en Babette. Op datzelfde moment gaat er een gsm af in zijn broekzak. Het is de gsm van zijn zoon Michel, die wil afspreken om zijn gsm te komen ophalen. Als hij heeft opgehangen ziet hij zijn vrouw en Babette terug binnenkomen. Terwijl Paul op zijn zoon wacht bekijkt hij de filmpjes die op de gsm staan. Op de beelden ziet hij de zoon van Serge samen met zijn eigen zoon tekeer gaan tegen een zwerver. De zwerver ligt op de plek waar zij moeten zijn en dat kan zomaar niet. De jongens steken de zwerver in brand en alles staat op film. Wanneer zijn zoon aankomt bij het restaurant vraagt zijn vader waarom hij nooit iets over de beelden verteld heeft. Blijkbaar chanteert de geadopteerde zoon van Serge, Michel. Zijn zoon gaat weer naar huis en het diner gaat verder. Opeens komt het onderwerp aan bod. Serge wil alles opbiechten maar de andere drie zitten meer in met hun zonen en vinden dat ze moeten denken aan hun toekomst. Wat ze niet weten is dat Serge de persconferentie al gepland had. Opeens hoort Paul sirenes. Hij stormt naar buiten en ziet zijn broer afgevoerd worden met de ambulance.......

(Bron:www.scholieren.com)

 

Titel: Joe Speedboot

Auteur: Tommy Wieringa

Uitgegeven: 2005

Pagina's: 316

Oorspronkelijke taal: Nederlands

Genre: Coming of age, psychologische roman

 

 

 

Samenvatting:

Fransje is na een ongeluk al een lange tijd van de wereld en zijn verjaardag wordt gevierd terwijl hij in coma ligt. Hij kan ondertussen al weer wat horen en vangt gesprekken op over Joe Speedboot en dat lijkt hem meteen een “goeie”. Als hij ontwaakt kan hij alleen zijn rechterarm nog bewegen. Hij mag na lange tijd weer naar huis en dan begint het eigenlijk allemaal. Hij leert Joe Speedboot kennen en raken na een tijdje redelijk goed bevriend en bouwen een band op, samen met Christof en Engel.

Ze weten dat PJ’s moeder naakt rondloopt in de achtertuin en ze bouwen een vliegtuig om zo PJ’s moeder te kunnen bekijken. Behalve dat ze de moeder van PJ willen bekijken, vallen ze ook allemaal op PJ, een Zuid-Afrikaanse schoonheid. Iedereen vindt haar leuk, wat zorgt voor veel strijd in de groep. Er gebeurt een tijdje hierna iets met Joe’s familie. Zijn moeder is op vakantie geweest in Egypte en trouwt na een niet te lange tijd met ene Mahfouz Husseini. Mahfouz en Joe’s moeder, Regina, hebben iets met boten. Mahfouz bouwt dan ook een feloek, een typisch Egyptisch schip en op een dag is er een groot feest vanwege de tewaterlating. Mahfouz, ook wel papa Afrika, zou een stukje gaan varen, maar komt nooit meer terug. Dit is een diepe domper en heeft invloed op het hele dorpje en zorgt voor veel onrust.

Nadat iedereen geslaagd is, willen Fransje zijn ouders zogenaamd een uitkomst bieden. Fransje zou briketten gaan persen en zijn vader zou die dan gaan verkopen. Fransje maakt enorm veel briketten. Op een dag komt Joe met het voorstel dat Fransje armworstelaar wordt. Fransje wijst dit af, omdat hij naar eigen zeggen een prima leven heeft en het prima vindt zo. Dit blijft zo totdat op een dag Fransje en Joe wat onderdelen gaan halen bij de vader van Fransje en Fransje ziet dat de briketten daar allemaal, netjes opgestapeld, liggen. Hier begint een nieuw deel van Fransje zijn leven. Hij gaat door met schrijven - het penseel - maar hij start ook met het strijden - het zwaard. Dit strijden doet hij door middel van armworstelen.

(Bron: www.boekverslag.nl)
 

 

Titel: Mosa's eiland

Auteur: Desiree Correa

Uitgegeven: 1984

Pagina's: 157

Oorspronkelijke taal: Nederlands (Spaans)

 

 

 

 

Samenvatting:

 

Mosa, een dertienjarig meisje en haar vierjarige oudere zus wonen bij hun oma op Aruba. Ze heeft het niet makkelijk: geldzorgen, gescheiden ouders, onbegrip bij haar familie, ze is te dik enz. Als ze haar problemen niet meer aankan vlucht ze naar een denkbeeldig eiland waar ze voor niemand bereikbaar is.
Mosa's problemen zijn voor tieners zeker herkenbaar maar de aangesneden onderwerpen worden niet uitgewerkt. De sfeer en denkbeelden uit het boek geven een onjuist beeld van het hedendaagse Aruba. De personen zijn niet geloofwaardig beschreven, bovendien komen de mannen in alle gevallen slecht af.

 (Bron: www.google.nl)

Auteur: Jona Oberski

Uitgegeven: 1978

Pagina's: 93

Oorspronkelijke taal: Nederlands

Niveau: bovenbouw vmbo/havo/vwo

 

 

 

 

samenvatting:

Het boek gaat over een joods jongetje, dat volgens mij niet ouder is dan 5-6 jaar, die de tweede wereldoorlog beleeft. Het verhaal wordt verteld door de ogen van het jongetje, verdere namen van ouders of hoe het jongetje heet word niet vermeld.

Het boek begint als het jongetje en zijn moeder in  een concentratiekamp zitten en wachten op hun vader om naar huis te gaan, ze zaten daar namelijk per ongeluk. Verder beleeft het jongetje niet veel. Hij mag mee boodschappen doen, in de regen spelen, met zijn vader mee naar z'n werk. En op zijn verjaardag krijgt hij een Harlekijn-pop.

Een aantal weken later, worden ze 's morgens vroeg wakker gemaakt door een Duitse soldaat en moeten meegaan. Ze gaan naar een station vanwaar ze vervoerd worden naar een concentratiekamp. Ze moeten alles snel inpakken. Eenmaal aangekomen wordt zijn vader apart ergens naar toe meegenomen.

Een paar dagen later komt iedereen naar het plein. Daar krijgen ze te horen wie er weg mogen (naar Palestina). Ze zitten er bij en gaan met de trein op weg. In Palestina overlijdt hun vader omdat de omstandigheden daar slecht zijn. Er is namelijk geen ziekenbarak en de mannen moeten erg hard werken en krijgen niets tot weinig eten, daardoor slaap je ook minder goed.
Niet lang daarna mag het jongetje met zijn moeder naar Palestina met de trein. Als ze op de helft van de reis zijn stopt de trein. Ze worden dan bevrijd door de Russen. De moeder voelde zich al niet zo goed en werd, toen ze uit de trein mochten, naar een boerderij gebracht dat zich als ziekenhuis voordeed. Daar overleed ze. Het jongetje, als enig overlevende v.h. gezin werd door een vriendin van zijn moeder ondergebracht bij pleegouders waar hij verder opgroeide.

(Bron:www.zoekboekverslag.nl) 

Auteur: Harry Mulisch

Uitgegeven: 1982

Pagina's: 236

Oorspronkelijke taal: Nederlands

Niveau: bovenbouw vmbo/havo/vwo

 

 

 

 

samenvatting:

 

De hoofdpersoon is Anton Steenwijk. Aan het einde van de oorlog wordt een NSB'er, Fake Ploeg, neergeschoten voor het huis van zijn buren, die het lijk voor het huis van de Steenwijks slepen. Hierna steken de Duitsers het huis van de Steenwijks in brand en worden de ouders en broer van Anton geëxecuteerd. Hoewel Anton het ontkent, is hij de rest van zijn leven eigenlijk bezig met uitzoeken van wat er gebeurd is. Hij ontmoet de andere mensen die ermee te maken hebben, namelijk Karin Korteweg, Cor Takes en Truus Coster.

(Bron:www.wikipedia.nl)

 

Auteur: Frank Martinus Arion

Uitgegeven: 1973

Pagina's: 393

Oorspronkelijke taal: Nederlands

Niveau bovenbouw: vwo

Genre: liefdes roman

 

                                                                                                         

 
 
samenvatting:
 
Het boek beschrijft een dag uit het leven van de vier hoofdrolspelers. Het eerste deel van het boek: De morgen en de ochtend, bevat vooral veel flashbacks, waarin duidelijk wordt wie de vier hoofdrolspelers zijn. Het tweede en het derde deel worden, wel geheel chronologisch verteld. Soms met behulp van kleine flashbacks, deze gaan dan echter niet zo veel terug in de tijd.
 
In het dorpje Wokota, een buitenwijk in Willemstad, Curaçao spelen vier mannen en potje domino. De vier vrienden Boeboe Fiel, Manchi Sanantonio, Chamon Nicholas en Janchi Pau komen hiervoor iedere zondag bij elkaar op het erf van taxichauffeur Boeboe Fiel. Boeboe doet wat hij wilt en wanneer hij wilt. Zo is hij wel getrouwd met Nora, maar ziet dat huwelijk eigenlijk als een soort val. daarom heeft Hij vele buitenvrouwen. Boeboe had die nacht veel geld verdiend maar het het verloren met een kaartspel. Bovendien heeft hij de nacht doorgebracht met een hoer, Micha in het hoerenkamp: Campo Alegre. Hij mocht gratis met de hoer naar bed, omdat het de verjaardag van haar dochtertje was en ze alleen maar lol wilde hebben. Boeboe kan haar maar niet uit zijn hoofd zetten. Ook wordt hij die avond gekozen tot voorzitter van de Curaçaose Vakbond van Taxichauffeur, omdat hij heeft voorkomen dat bussen de taxiritten op het eiland zouden overnemen. Door het geldverlies kan Boeboe’s vrouw geen nieuwe schonen kopen voor hun zoontje Ostrik. Hij kan goed leren en zit op school. Zonder schoenen kan hij echter niet naar school, daarom moet zij op een andere manier het geld te pakken zien te krijgen. Dit doet ze door een tientje van de doodgraver Diego af te troggelen. Ze gaat met hem naar bed. Ze heeft echter nog vijf gulden te kort. Dit zal ze wel kunnen krijgen van Chamon Nicholas, waar zij een verhouding mee heeft.  Hij heeft immers twee huizen en heeft veel geld. Hier weten maar een paar mensen van waaronder Nora. Zij heeft al eerder geld van hem geleend voor de communie van een van haar kinderen. Nora wacht bij het begin van het dominospel op Chamon, maar die komt later en zij krijgt hem dus niet te pakken.  Hij heeft echter besloten de verhouding met haar te beëindigen. 
Het boek begint eigenlijk met de ochtend en morgen van Manchi. Manchi is een vijftig jarige donkere man en deurwaarder van beroep. Hij wil graag toetreden tot de loge van Vrijmetselaars, mede omdat hij van kinds af aan geleerd heeft, dat zij tegen het geloof zijn. Dit is voor hem een unieke kans om ook de afkeer tegen zijn vrouw te uiten. Zijn vrouw, Solema, is wel gelovig en speelt vaak op het orgel tijdens de kerkdienst. Ook heeft zij gestudeerd en een poging gedaan om een politieke partij op te richten. Solema is echter niet gelukkig bij Manchi en ze heeft vaak overspel gepleegd. Ook vier jaar geleden, toen Manchi haar betrapt had met een jonge rechter. Hij eiste vijf gulden van de rechter, dat was immers het gebruikelijke loon van een goedkope inlandse hoer. Om Solema te laten boeten voor haar gedrag, moest ze hem elke zondag na de soep hem die vijf gulden betalen. Manchi is wel trots op zijn vrouw omdat ze zoveel aanzien heeft, maar op deze manier houdt hij haar toch onder zijn gezag. Het gedrag van Manchi en de vijf gulden betaaldag werken bij Solema averechts. Sinds een paar weken heeft ze een verhouding met de visser en dominovriend Janchi Pau. Deze werkt nu bij de Texaco. Hij woont in een onafgebouwd huis, omdat hij na de dood van zijn moeder hier geen heil meer in zag. Hij heeft Solema hulp aangeboden en of ze bij hem wil wonen. Hij geeft Solema haar zelfrespect weer terug. Hij behandelt haar niet als hoer en is kwaad op Manchi omdat hij dat wel doet. Die ochtend denkt Manchi dat Solema in de kerk speelt, maar in werkelijkheid ligt ze bij Janchi in bed. Ze besluit dan ook dat ze Manchi gaat verlaten, maar eerst moet Janchi zijn huis afbouwen.  
Op die zondag komen de vrienden wederom bij elkaar voor het dominospel. Om de score bij te houden worden de punten geteld in damesschoenen. Degene die het eerste die punten heeft en meer dan vijf punten voorligt op de tegenpartij, geeft de verliezers een paar schoenen. Eigenlijk stamt dit gebruik uit de slaventijd, maar voor de grap wordt dit gebruik vandaag letterlijk uitgevoerd. Voor dit doel verft Manchi tien paar schoenen van zijn vrouw zwart. 
De twee duo’s Manchi/Boeboe en Janchi/Chamon zijn goed tegen elkaar opgewassen. Echter deze keer is Boeboe nog erg vermoeid van zijn nachtelijke avontuurtje.Hierdoor winnen Chamon en Janchi ronde na ronde. Gedurende het spel wordt vooral gesproken over politiek en vrouwen. Janchi heeft er geen vertrouwen in dat er ooit een zwarte een belangrijke positie zal bekleden op het eiland. Nora probeert steeds de aandacht van Chamon te trekken, omdat ze geld nodig heeft. Chamon wil echter stoppen met hun relatie, omdat hij bang is dat Boeboe achter hun relatie komt. Chamon en Janchi gaan steeds beter en sneler spelen. Boeboe en Manchi moeten accepteren dat hun schoenenbezit groeit zonder zelf ook maar één ronde te winnen. Boeboe verdenkt de tegenpartij van verraad, omdat ze ook geen rum meer willen drinken. 
Intussen besluit Nora dat ze de vijf gulden aan Solema zal vragen. Solema neemt op haar beurt het sluit om voorgoed bij Janchi in te trekken. Als Nora naar het huis van Solema vertrekt, beseft Boeboe opeens dat hij zijn vrouw niet kan missen. Solema geeft Nora de vijf gulden, die ze eerder die dag niet aan haar maan had gegeven. Als Nora terug komt schrikt ze van de enorme toeloop bij het dominospel. Er is zelfs een verslaggever van de radio die bericht over de vier dubbelspelen. Nora deelt weer rum rond onder de belangstellenden. Helaas is er te weinig en is ze genoodzaakt Ostrik naar de kruidenier te sturen om van zijn schoenengeld meer rum te gaan halen. Het dominospel eindigt uiteindelijk in tien-nul.
Nora krijgt eindelijk de kans om, op het toilet in het washok, Chamon te spreken. Door de aanschaf van de rum, heeft ze weer geld nodig. Chamon weigert haar geld te lenen. Boeboe luistert het betreffende gesprek af en windt zich op voor de manier waarop Chamon zijn vrouw laat vallen. Boeboe gaat in zijn opwinding Chamon met een krik te lijf. Uit zelfverdediging steekt Chamon hem vervolgens met een mes in de borst. Boeboe is hierdoor op slag dood. Manchi vindt intussen thuis de afscheidsbrief van Solema. De dubbele nederlaag, bij het dominospel en het bedrog van zijn vrouw, is de aanleiding tot zijn zelfmoord. Hij schiet zich, zittende aan de piano, met een kogel door zijn hoofd.
In het laatste hoofdstuk duikt opeens een ik-verteller op. Deze verteller meldt dat hij, in opdracht van de rechtbank, de aanloop naar de gewelddadige moord op Boeboe moet onderzoeken. Daarnaast vertelt de ik-verteller dat Janchi en Solema samen een aantal coöperatieve bedrijven hebben opgezet.
 
(bron: scholieren.nl)
 
 

Auteur: Onbekend

Uitgegeven: 1963

Pagina's: 134

Oorspronkelijke taal: Nederlands

Genre: mysterie, middeleeuws verhaal

Onderwerpen: Godsdienst, Prostitutie

 

samenvatting:

Het verhaal gaat over Beatrijs, een non die kosteres in een klooster is. Ze is al voor dat ze het klooster in ging verliefd op een vriend, en haar liefde voor de vriend is op een gegeven moment zo groot dat ze besluit ondanks haar plichtsbesef het klooster te verlaten. Ze laat haar kleren en sleutel achter bij het Mariabeeld. Ze vraagt haar vriend om naar de kloostertuin te komen. Onder de egelantier zal ze op hem wachten. Samen met haar vriend verlaat ze het klooster en gaat in een afgelegen stad wonen. Daar leven ze zeven jaren welvarend en krijgen twee kinderen. Maar dan breekt voor Beatrijs een moeilijke periode aan. Ze wordt arm, en haar vriend verlaat haar. Zeven jaren moet Beatrijs prostitueren om toch nog aan geld te komen; een andere keus had ze niet. Na zeven jaar krijgt ze berouw van haar zonden. Ze besluit om weer terug naar het klooster te gaan. Onderweg overnacht ze bij een weduwe. Ze laat haar kinderen bij die weduwe achter en krijgt ’s nachts een stem die haar verteld dat ze naar het klooster terug moet gaan. Maria bleek al haar taken gedaan te hebben. In het klooster biecht ze al haar zonden, en wordt ze weer kosteres als vanouds.

(Bron: www.google.nl)

Auteur: Carry Slee

Uitgegeven: 1996

Pagina's: 144

Genre: jeugdboek

Onderwerpen: Pesten

 

 

 

 

samenvatting:


In de klas van David zit een heel dikke jongen: Jochem. Omdat hij zo dik is en omdat hij nooit voor zichzelf op durft te komen wordt hij heel erg gepest. Vooral Sanne, Justin en Remco halen veel misselijke grappen met Jochem uit. Zo noemen ze hem ´zeug` en ´vetklep` en hebben ze hem een keer tijdens de gymles in zijn nakie naar de meisjeskleedkamer gesleept en zijn kleren in een boom gehangen zodat hij niet op de klassenfoto kon.

De andere klasgenoten lopen er maar een beetje bij en lachen af en toe, maar er is niemand die wat van het gepest durft te zeggen. David zou er maar al te graag wat van willen zeggen maar hij durft niet tegen Sanne, Justin en Remco in te gaan. Hij is veel te bang dat ze hem ook gaan pesten. Maar David weet zeker dat als hij straks met Vera verkering heeft, hij alles durft te zeggen! Hij is ook al zo lang verliefd op haar.
´s Avonds komt David erachter dat hij Jochem's boek nog steeds in zijn tas heeft en zijn moeder vindt dat hij het terug moet gaan brengen.
Eenmaal bij Jochem thuis komt David erachter dat Jochem's moeder helemaal niks van het pesten af weet. Als David aan Jochem vraagt waarom niet, antwoordt hij dat hij zijn moeder niet ongerust wil maken omdat ze vorig jaar al een licht hartinfarct heeft gehad. Dan beloofd David Jochem dat hij hem voortaan zal helpen.
Die avond is dan eindelijk de klassenavond waarop David Vera verkering zal vragen. Maar.. Vera staat te zoenen met Youssef! Heel David’s wereld stort in…David loopt naar buiten en door zijn verdriet realiseert hij zich niet dat er zich buiten iets vreselijks afspeelt: Sanne, Justin en Remco die eigenlijk beloofd hadden te stoppen met Jochem te pesten, omdat Jochem voor twee weken Justin’s krantenwijk had overgenomen, verbreken hun belofte en halen Jochem door zijn eigen kots. David ziet niet wat de pestkoppen met Jochem doen als Jochem hem om hulp roept.
De volgende ochtend op school krijgen ze te horen dat Jochem na de klassenavond niet is thuisgekomen. David maakt zich wel zorgen maar op de rest van de klas lijkt het niet veel indruk te maken. Hij meldt zich ziek van school om Jochem te gaan zoeken maar als hij nergens te vinden is denkt David ineens aan de avond dat hij Jochem's Franse boek terug bracht. Jochem vertelde hem toen over Nienke: zijn beste vriendin uit zijn vorige woonplaats. David herinnert zich nog haar achternaam en haar woonplaats en zoekt haar telefoonnummer op. Hij belt en vraagt of ze mee helpt zoeken.
Als Nienke er is gaan ze samen op zoek. Ze kijken op al Jochem’s vertrouwde plekjes, maar kunnen hem nergens vinden. De paniek slaat toe… ze zien Jochem’s rugzak drijven in een meer. David en Nienke halen direct hulp en een poosje later halen duikers het lichaam van Jochem uit het water. Niemand kan geloven dat het zo ver is gekomen en dat Jochem zelfmoord heeft gepleegd. Iedereen heeft spijt dat ze Jochem hebben gepest of niet geholpen hebben. Sanne, Justin en Remco zijn van school gestuurd.
Vooral David voelt zich schuldig. Waarom had hij niet naar Jochem geluisterd op de klassenavond? Waarom nam hij het niet voor hem op? Hij praat veel met Nienke en neemt zich voor het voortaan altijd voor iemand op te nemen als diegene gepest wordt. Niemand wil dat zoiets nog een keer gebeurt en daarom bedenkt de schoolkrant redactie een pestlijn, waarmee ze kinderen die gepest worden kunnen helpen. Vera heeft het uitgemaakt met Youssef en vertelt David dat ze verliefd op hem is. Zo krijgt David toch nog verkering met Vera, die ook een enorme steun voor hem is.

 (Bron:www.google.nl)

Auteur: Cynthia Mc Leod

Uitgegeven: 2000

Pagina's: 508

Oorspronkelijke taal: Nederlands

Niveau: bovenbouw havo/vwo

Genre: Historisch liefde roman

Onderwerpen: Liefde, slavernij, Migratie.

 

 

 

Samenvatting:

De naam van Elisabeth Samson komt voor in grote historische werken over Suriname, omdat zij in 1764 wilde trouwen met een blanke man en hiervoor geen toestemming kreeg van het koloniaal bestuur. Wat jammer dat ze alleen om dit feit in de geschiedenisboeken genoemd wordt, terwijl ze veel andere belangwekkender zaken verricht heeft. Na een twaalf jaar durend, zeer intensief archievenonderzoek doet Cynthia Mc Leod uit de doeken welk een markante persoonlijkheid Elisabeth Samson geweest moet zijn. Mede daardoor is het Elisabeth gelukt op eigen kracht uit te groeien tot de rijkste vrouw van Suriname in het midden van de achttiende eeuw. Deze periode, die de Gouden Eeuw van Suriname genoemd wordt, werd de piek van de driehonderd jarige slavernij. Negers werden uit Afrika gehaald, volgens de Bijbel waren ze voorbestemd slaven te zijn; ze hadden geen rechten, aangezien ze volgens blanke suprematie wel fysieke kracht, maar zeker geen intellect of gevoelens zouden hebben. Hoe de vrije negerin Elisabeth zich heeft kunnen handhaven in die tegenstrijdige Surinaamse koloniale maatschappij, hoe ze heeft zaken kunnen doen ondanks haar kleur en wat ze daarbij gevoeld en gedacht moet hebben, is het onderwerp van deze boeiende roman.

 

(Bron: scholieren.nl)

 

Auteur: Denis Henriquez

Uitgegeven: 1992

Pagina's: 199

Oorspronkelijke taal: Nederlands

Genre: liefdes roman

Onderwerpen: Aruba

 

samenvatting:

Hoewel het omslag roman vermeldt, zijn het verhalen over de bewoners van Zuidstraat en omgeving, Oranjestad, Aruba tussen begin jaren vijftig en begin jaren zestig.


Eerste zin: “Men kan zeggen dat hun vriendschap begon onder het klaroengeschal van Jopi Figaroa.” De vriendschap betreft Binchi Rincones en Alejandro Bulos. Jopi’s klaroengeschal is een tijdens de les uit de hand gelopen scheet waarmee hij zichzelf zo bevuilt dat hij schoongespoten moet worden door de meester, frère Bernardinus, tot vermaak van de hele klas. Over Jopi (Pupu) vernemen we verder niets meer. Het verhaal vervolgt terwijl de jongens intussen op de middelbare school zitten (HBS) en door de puberteit het spel vergeten, maar de liefde ontdekken in de persoon van Rosa, een dienstmeid die iedere namiddag de baby van haar mevrouw uit wandelen neemt in het Wilhelmina-park. Wie mag het eerst proberen Rosa te versieren? Alejandro mag, omdat Binchi een pakrammel krijgt van zijn vader en tijdelijk uitgeschakeld is. Alejandro probeert Rosa te imponeren, maar dat wordt uiteraard niets omdat Rosa verliefd wordt op een andere jongen die veel ouder is dan Binchi en Alejandro.
De jongens zijn pubers, maar hun lol was nooit kwaadaardig. Iedereen had een bijnaam: Binchi was Kippepoot, omdat hij zulke lange stelten (benen) had. Alejandro heeft nog geen bijnaam totdat hij in een rioolput valt die hij niet zag vanwege de regenplassen terwijl hij voor chiclets (=kauwgom) vroeg. Zo kreeg hij de bijnaam "Mr. Chiclets". later in het verhaal hoorde Binchi, op een avond,  een paar de liefde bedrijven onder zijn raam. De vrouw vraagt five guilders voor haar diensten, maar de man weigert. Binchi is nieuwsgierig wie de vrouw wel of niet zou zijn en komt er toevallig achter dat die vrouw de moeder van zijn vriend Roland, is. Binchi vindt dat een beetje treurig.
Edi maakt met Binchi een afspraak om de volgende ochtend om 10 uur te softballen. Edi’s ruziemakende stiefvader gaat die avond naar het feest bij de Commandeursbaai Club, wordt dronken, gaat achter de hoeren aan, maar bereikt niets. Thuisgekomen, krijgt hij ruzie met zijn vrouw Teresa, die hem na een ruzie doodsteekt met het door Edi aangedragen mes. De softballafspraak voor de volgende ochtend gaat niet door.
Binchi’s oom Djowiwi werd op zijn zeventiende volwassen en trok de wijde wereld in. Tien jaar op Cubaanse plantages, keert hij terug. Na een maand vertrok hij weer naar Zuid-Amerika, wordt verliefd op een vrouw, maar verkiest de vrijheid. Zijn ontroostbare vriendin sterft aan de hevigste hoofdpijnen die ze ooit had. Erg slim is Djo niet, lezen en schrijven kan hij niet, maar hij is overal geweest, “Overal op de globe?’vroegen de kinderen, het antwoord van Djo is: ook de globe heb ik bezocht. 
De tragische liefde van de Portugese vuilnisman, die van baan verandert om de familie van zijn geliefde te behagen, maar daar niet in slaagt. Hij is een handige tuinman en in die functie ontmoet hij Susana, die verliefd op hem wordt. Als Joao in zijn nieuwe baan (barman) de auto mag lenen van zijn baas en daarmee Susana probeert te imponeren, loopt dat verkeerd af. Hij wordt door de politie aangehouden, zonder rijbewijs, en ze moeten terug lopen. Daardoor komt Susana te laat thuis en wordt bij haar familie bekend dat ze uitgeweest is met de Portugees. Schande! Hun liefdesrelatie moet eindigen. Anderhalf jaar later trouwt Joao met een Portugese vrouw met een paardengezicht. Hun eerste zoon heet Karel Doorman, het schip meerde net die dag aan in de Paardenbaai. Susana is na die affaire nooit meer gaan werken en raakte aan de drank.
Vlak voor de Tweede Wereldoorlog vertrekt Johannes Bierman naar Aruba. Hij wordt boekhouder bij de KNSM (de stoombootmaatschappij). Hij woont met twee andere Nederlanders in een pension. Johannes is lui, de ene Nederlander, Rob, is ambitieus, de ander, Klaas, zat vol grappen. De pensionhoudster maakt voortreffelijke soep, maar de mannen weten niet dat zij er heimelijk een scheut van hun kostbare (oude) jenever in doet, ze constateren wel de drank snel opgaat. Eerst verdenken ze zichzelf, dan verdenken ze het hulpje Filomena. Ze vullen een lege fles met urine (de kleur van oude jenever) en constateren ’s avonds lachend dat Filomena er een slok van genomen moet hebben. Als ze bij de pensionhoudster gaan klagen over de lange vingers van Filomena, wordt duidelijk dat de drank in de soep ging, waarvan zij zojuist een bord verorberd hebben. Johannes, zoon van een fietsenmaker uit Delftshaven, trouwt met Catharina Printz, de dochter van de bankdirecteur. Zijn schoonvader vindt Klaas weinig ambitieus en spoort hem aan in zaken te gaan. Na fietsen, zal Johannes encyclopedieën gaan verkopen, maar alles mislukt. Ook de levensmiddelen en de cosmetica. Johannes was niet geschapen voor het zakenleven. Zijn huwelijk ging de mist in en Johannes gaat er vandoor en komt terecht in een schuurtje achter de tuin van Binchi die hem wel eens opzoekt samen met Alejandro. Johannes is een vreemde geworden, die op het eiland was blijven hangen en nu zielsalleen zijn dagen doorbracht, onbegrepen en onbemind.
Pater Mimosa Brandenburg preekt in het Papiaments, maar verwart scheet met wind, als hij Jezus laat zeggen, Wind ga liggen, de hele kerk buldert van het lachen. Pater Mimosa is de leraar van Binchi en Alejandro die hem het leven zuur maken. Van de kerk en de godsdienstlessen moeten de jongen niet veel hebben. Alejandro’s ouders (uit Venezuela, als kruidenier op Aruba) gaan zonder Alejandro naar de kerk, al maken zij zich daar wel zorgen om. Terwijl zij op zondagochtend de mis bijwonen ligt Alejandro met de gulzige dienstmeid, Memé, in bed te rollebollen. Memé wordt verliefd op Alejandro, maar die ziet haar slechts als plezier, ze probeert nog Alejandro jaloers te maken door nieuwe kleren en make-up te gebruiken, maar het haalt niets uit. Zijn moeder blijft bezorgd. ”Nou heeft die jongen een HBS-diploma behaald en hij weet niet eens dat God bestaat!”
Binchi’s vader is bevriend met Hein Wierook, de importeur van melkproducten. Hein was een soort Indische filosoof. Zij vissen samen en filosoferen. Hein leent een boek van Albert Einstein aan Binchi’s vader. Het is een natuurkundig boek over de relativiteitstheorie (de wereld is krom). Binchi leent het boek weer uit aan vriend Steven (Scaramouche) die door het boek begeesterd raakt en na zijn examen natuurkunde wil gaan studeren. [Misschien is Steven Denis Henriquez, de schrijver van dit boek, omdat die natuurkunde heeft gestudeerd]

De vrienden maken plannen voor de toekomst, Alejandro wil piloot worden, Binchi twijfelt tussen chemie en bruggen bouwen (ingenieur). Hij zal het ’s avonds aan zijn ouders vertellen, maar als hij thuiskomt, blijkt Oom Nicanor gestorven te zijn (aan een onschuldige ingreep). Nicanor was een zeer geliefde loterijbriefjesverkoper. Na de begrafenis gaat Binchi met zijn (minder slimme) broer Sapo, wat drinken, wat uiteindelijk uitloopt op hoerenbezoek (waaraan Binchi niet deelneemt) en het besluit van Sapo om in de politiek te gaan, want daar kun je pas rijk worden. Terwijl zijn broer bezig is, luistert Binchi naar de droeve verhalen van de hoer Violetta die haar lichaam verkoopt om haar zoontje een goede school te kunnen laten bezoeken. (de wereld is krom: letterlijk, natuurkundig gezien, maar ook in de betekenis van oneerlijk) De woorden van zijn vader die hem troostte bij het graf van Nicanor: ‘Zo is het leven, Binchi, zo is het leven. Tásina bida ta.’

 

Zuidstraat
Binchi vertrok op een hete namiddag in augustus, een kleine zes uur later dan zijn vriend Alejandro. Alle figuren uit de Zuidstraat duiken nog een keer op in de herinnering van Binchi.

Ook zijn slechte gebit, waarvan hij de pijn stiekem bestreed met de brandy van zijn vader komt ter sprake, want zijn oom had hem een keer betrapt toen hij zijn ooms drank ook stal en nu moest hij (met tegenzin) ook van die oom (Djowiwi) afscheid nemen. Hij krijgt zelfs nog een briefje van honderd van zijn oom. Aan het eind van het verhaal wordt nog een droom van Binchi’s moeder beschreven waarin ook familieleden weer opdraven en dan eindigt het boek met:

“Buiten lag de duisternis gespreid over de stille straten, als een zwarte sluier waarin treurige lantaarns gele gaten brandden. Alleen in de Wilhelminastraat klonken holle voetstappen. Sapo ging zijn bed opzoeken. Bij Johannes Biermans sijpelde nog licht door de kieren van de voordeur. Djowiwi lag in zijn stoel, zijn hoofd scheef achterover, zijn mond wijd open, droomloos snurkend onder een wassende maan”. [196 p.]

 

(Bron:www.google.nl)

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb